GND-zekerheidslabel: bewijs voor eengoed isolerende deur

Directeur Henk Breel van GND Garantiedeuren, al meer dan 40 jaar het overkoepelend orgaan van toonaangevende Nederlandse houtendeurenfabrikanten, is een tevreden man. En dat heeft alles te maken met een uitspraak in december 2023 door de Stichting KEGO, beheerder van het energieprestatieplatform. “Voortaan mogen EP-adviseurs bij een basisopname van een woning GND-deuren met een isolatieklasse van 1, 2, 3 of 4 aanmerken als geïsoleerd”, aldus Breel. “Omdat het meewegen van deze isolatiewaarde een positieve invloed heeft op het af te geven energielabel, is het dan ook verstandig om te kiezen voor deuren die het GND-zekerheidslabel dragen.”

Het GND-zekerheidslabel, aangebracht aan de scharnierzijde van de deur, werd in 2016 ingevoerd voor het uitlezen van prestaties wat betreft brand-, rook-, geluid- en inbraakwerendheid. Het resultaat van de eind vorig jaar door KEGO gedane uitspraak is dat ook de GND-isolatieklasse van de deur aan dit rijtje kan worden toegevoegd. 

“De aanleiding voor de uitspraak is de vaak gevoerde discussie tussen enerzijds woning-eigenaren die investeringen hebben gedaan en een beter energielabel verwachten en anderzijds EP-adviseurs”, legt Breel uit. 

“Die laatste groep is gehouden aan het strikte opnameprotocol volgens BRL 9500, dat vraagt om een bewijs van de prestatie van de toegepaste producten. Met andere woorden, een EP-adviseur die het energielabel van een woning opneemt, mag een deur alleen als geïsoleerd aanmerken wanneer dit ook werkelijk aantoonbaar is. Voorheen gebeurde dit niet of nauwelijks. Deels omdat er vooraf onvoldoende bij werd stilgestaan, deels omdat het achteraf niet meer geregeld kon worden. Dat alles in nu verleden tijd. Met de uitspraak van de Stichting KEGO mogen EP-adviseurs deuren die in isolatieklasse 1, 2, 3 of 4 vallen in het vervolg als bewijs voor een goed isolerende en tochtdichte deur meenemen in BRL 9500. Daardoor draagt de investering bij aan een beter energielabel. Een gegeven dat zowel EP-adviseurs als woningbezitters tot grote tevredenheid zal stemmen.” 

Op weg naar realisatie van de klimaatdoelstellingen voor 2050 heeft de overheid een standaard voor de gehele woning vastgesteld. Tegelijk zijn er streefwaarden geformuleerd wanneer een deel van een huis (bijvoorbeeld een deur) toekomstbestendig wordt verduurzaamd. 

“Om hieraan te kunnen voldoen heeft de overheid een deurdikte van 54 millimeter voorgeschreven”, gaat Breel verder. “Verder moet een deur voortaan een minimale u-waarde van 1,4W/m2K hebben. Die wordt gehaald wanneer de vakman behalve een 54 millimeter dikke deur ook HR++-glas en kaderdichting toepast. Helaas wordt dat voorschrift in de alledaagse praktijk sporadisch opgevolgd. Je ziet vaak situaties waarin slecht isolerende en kierende deuren van 38 millimeter dik worden vervangen door nieuwe exemplaren met dezelfde dikte. Een onverstandige keus. Simpelweg omdat je de relatief lage meerkosten van een 54 millimeter dikke deur snel terugverdient en de woning met een dergelijke oplossing voldoet aan de klimaatdoelen voor 2050. Valt de keuze op een 54 millimeter dik exemplaar met isolatieklasse 2 of hoger, dan zijn de voordelen qua isolatiewaarde en tochtvermindering nóg groter. Niet alleen heeft deze optie een zeer gunstige invloed op het energielabel van de woning, maar ook op het comfort en het kostenplaatje van de bewoner. Het mes snijdt dus aan meerdere kanten.”