De familie Jannink kreeg de mogelijkheid om op hun terrein een woning bij te bouwen. Hun zoon ging wonen in het landelijke huis – een Saksische boerderij – en op zo’n 50 á 60 meter afstand lieten meneer en mevrouw Jannink een nieuw huis bouwen. Hun idee was een huis in een iets modernere stijl, goed geïsoleerd en conform de eisen van de tijd. Met een belangrijke wens daarbij: riante raampartijen die voor een goede lichtinval zorgen en een mooi uitzicht geven op het nabijgelegen bos.
Architect Robert Morsink: “Er mocht een tweede bedrijfswoning bijgebouwd worden, maar die moest dan in de schuur, onder de kap van de bestaande schuur komen. Maar qua ruimte was dat niet genoeg. Aan de gemeente hebben we daarom gevraagd of het mogelijk was om de woning ervóór te zetten en een gedeelte van de bestaande schuur af te breken. De gemeente wilde daaraan wel meewerken.”
Harry Jannink: “Wij wilden niet een echte schuurwoning. Dus we zijn daar op punten vanaf geweken. Bovendien wilden we dat je duidelijk kunt zien wat de woning is en wat de hallen zijn. Daarom hebben we er wat eyecatchers aan toegevoegd, zoals een mooi terras. We mochten op deze manier bouwen, maar dan moest de woning in het verlengde van de schuur staan en moest er een koppeling blijven tussen de woning en de schuur. Dat werd een plat dak van vier meter. Zo viel het allemaal mooi op z’n plek.” De gemeente keurde het ontwerp in één keer goed.
Morsink is van alle markten thuis. Hij ontwerpt met name vrijstaande woningen, villa’s en landhuizen in diverse stijlen: van heel modern, tot jaren 30, Saksisch en Kempisch. Voor HSBHUIS ontwerpt hij woningen op basis van houtskeletbouw. Dit was niet zijn eerste schuurwoning.
“Een schuurwoning moet rust uitstralen en passen bij het landschap en de schuur. Materialisering is daarbij erg belangrijk, omdat de basis heel eenvoudig is: een rechthoekige vorm met een kap erop. Daar kun je wat speelse elementen uit laten komen, zoals in dit geval de uitspringende voordeurpui en een overkapping vanaf de woonkamer. We hebben gekozen voor donkere pannen, zoals bij de schuur achter, en dezelfde gevelbekleding als waarmee de schuur opnieuw is bekleed. Daarnaast is nog een luikje toegepast op de verdieping, om toch een beetje dat landelijke karakter te krijgen. De schoorsteen hebben we iets naar voren laten lopen en door de kap laten steken, zodat ook dat een rustig element is. Aan de achterkant is een grote dakkapel toegepast – voor de badkamer en de slaapkamer – die een onderbreking in de daklijn vormt en extra ruimte creëert op de bovenste verdieping.”
De woning is niet alleen fraai geworden, maar ook duurzaam en onderhoudsvriendelijk. Er liggen 16 zonnepanelen op de schuur en bij de bouw is gewerkt met gevelbekleding van Keralit en kunststof kozijnen. Jannink: “Daar hebben we voor gekozen, omdat het onderhoudsvriendelijke materialen zijn. Zodat we alleen maar hoeven te poetsen in plaats van te schilderen. Eerder had ik de deurkozijnen bij de halinloop en het kantoor in hout gedaan. De hallen zijn gebouwd in 2012, maar ik heb de kozijnen al drie keer moeten schilderen vanwege het kleurverschil: ze staan in de zon.”
Dat probleem zal hij niet hebben met de kunststof kozijnen die Serku Bouw- en Kozijntechniek in Haaksbergen heeft geleverd. Deze zijn gemaakt van VEKA SOFTLINE 82 NL profielen en hoofdzakelijk voorzien van triple beglazing. De buitenzijde van de profielen is, net als de Keralit gevelbekleding, uitgevoerd in antraciet (RAL 7016). De profielen hebben bovendien een houtnerf, een idee van architect Morsink.
Jannink is tevreden met het resultaat en hoe het tot stand is gekomen. “Met het triple glas is het heel behaaglijk. En er is niets waarvan ik denk: dat hadden we anders moeten doen.”
Morsink vond het ook een prettig project. “Het liep soepel met de aannemer, Wielens in Sint Isidorushoeve, Serku en met de gemeente. Het eindresultaat is ook nog eens mooi: rustig. Het lijkt net of het één geheel is en daar gaat het eigenlijk om.”